Duo-wonen: goed voor jong én oud
Schiltmans legt uit dat Duo-wonen iets anders is dan standaard gesplitst wonen, wat al langer bestaat. ‘Bij Duo-wonen splitsen senioren hun woning met jongvolwassenen, die de bovenverdieping huren. Deze jongvolwassenen gaan bovendien een contract aan, waarin zij toezeggen hulptaken te verrichten voor de senioren. Op die manier kunnen senioren gelijkvloers in hun eigen woning blijven wonen en krijgen ze ondersteuning van de huurder. Wat die hulptaken precies zijn wordt in onderling overleg afgesproken. Dat kan bijvoorbeeld hulp met de tuin zijn, ramen lappen, boodschappen doen, van alles. Omgekeerd krijgen jongeren er ook veel voor terug: een betaalbare woning, en een mooie manier om te sparen. Een deel van de huur wordt namelijk gereserveerd in een ‘statiegeldpot’ om uiteindelijk te gebruiken voor de aankoop van een eigen starterswoning. Momenteel richten wij ons qua huurders alleen op werkende jongeren tussen de 18 en 28 jaar, maar in de toekomst wordt deze groep misschien uitgebreid met economisch daklozen.’
Schiltmans startte het project om Duo-wonen van de grond te krijgen aanvankelijk in 2017 als burgerinitiatief. Helaas merkte ze dat ze onvoldoende serieus werd genomen. In 2019 richtte ze daarom de stichting Statiegeld op Jeugd op, waardoor ze wel aan tafel kwam als gesprekspartner bij gemeenten en provincies. Inmiddels is er in twee gemeenten een gerealiseerd Duo-wonenproject, in de gemeente Best en de gemeente Land van Cuijk. Schiltmans legt uit: ‘Ik ben op nog zes andere plekken bezig om het van de grond te krijgen, niet alleen met particulieren maar ook met wooncorporaties. Maar het duurt lang, omdat er geen landelijk beleid is op gebied van woningsplitsen. Hierdoor heeft elke gemeente zijn eigen beleid, en ongeveer een derde van de gemeenten hebben helemaal geen beleid – dan kan het nog niet. In dat geval kan onze stichting dat proberen door de gemeenteraad te krijgen, dat is ons eind 2022 bijvoorbeeld in de gemeente Vught gelukt. Ook is het in sommige groten steden, zoals Amsterdam en Zwolle, niet toegestaan. Dat komt door de overlast die huisjesmelkers daar hebben veroorzaakt. Maar gelukkig merk ik dat als ik ons concept aan politici uitleg, ze vaak wel positief zijn. Vooral jonge wethouders beseffen vaak dat er een probleem is op de woningmarkt, en dat ze naar alternatieven moeten kijken. Maar zulk beleid veranderen is iets van de lange adem.’
Als bewoners willen kan Statiegeld op Jeugd het project van A tot Z begeleiden. ‘We bespreken dan eerst hoe je het splitsen en verbouwen aanpakt. Wij verbouwen zelf niet, maar kunnen senioren wel in contact brengen met aannemers. Vervolgens zoeken wij een match tussen de senior en een jongvolwassene. De wensen van de senior wat betreft hulptaken moet overeenkomen met wat de huurder wil doen. Geïnteresseerde jongvolwassenen schrijven daarom een motivatiebrief waarin ze vertellen waarom zij een goede match zijn. Wij maken vervolgens een selectie en gaan mee naar het eerste gesprek, om te kijken of er een klik is. Als die er is volgt er een tweede gesprek zonder ons, om elkaar beter te leren kennen. Als dat nog steeds goed voelt stellen we een huurovereenkomst voor twee jaar op, met een hulptakenovereenkomst. Na die twee jaar kan de eigenaar besluiten om een nieuwe huurder te zoeken, of de huurovereenkomst om te zetten naar een huurovereenkomst voor onbetaalde tijd.’
Duo-wonen is helaas niet van de ene op de andere dag geregeld, ook als uw gemeente wel al een splitsingsbeleid heeft. Er moet immers een hoop geregeld en verbouwd worden. ‘Wacht dus niet tot het echt nodig is,’ benadrukt Schiltmans. ‘Denk nu na: wil ik oud worden waar ik nu woon? Het kan dat je gehecht bent aan je huis, dat je er fijne herinneringen hebt en je sociale netwerk: kennissen, clubjes, bekende winkels. Dan is dit de manier om oud te worden in je eigen woning. Het beste moment om je op Duo-wonen voor te bereiden is als je nog niet alleen bent en nog niet veel klachten hebt. Het kan dat er iets gebeurt waardoor je huis ineens te groot voor je wordt, of waardoor je minder zelf kan doen. Wie gaat jou dan helpen? Je hebt nu misschien nog een buurvrouw, maar wie zegt dat zij er over twee jaar nog woont? En als je samenwoont en je partner overlijdt, kun je dan zelf de boel dan nog runnen? Je ziet bovendien helaas vaak dat als de man wegvalt, vrouwen het financieel niet meer kunnen redden om in de woning te blijven. Dat zijn dingen om over na te denken.’
Dat klinkt misschien allemaal wel erg serieus, maar Duo-wonen is volgens Schiltmans ook gewoon plezierig. ‘De mensen die ik spreek zeggen: het is veel fijner en gezelliger dan ik had verwacht! Zowel de ouderen als de jongeren. Je hoeft echt niet elke dag samen koffie te drinken, maar de sociale component van af en toe een contactmoment is van onschatbare waarde. Ook jongeren zijn wel eens eenzaam, en het is fijn als er iemand is om even iets tegen te vertellen. Ook geven zij aan dat het een goed gevoel geeft om iets voor een ander te kunnen betekenen, op een laagdrempelige manier die bij hen past. We zien dat veel jongeren hier echt voor openstaan! Natuurlijk zal niet iedereen dit willen, het is een woonvorm die wel of niet bij je past. Maar het heeft in ieder geval duidelijk veel voordelen voor beide partijen.’